Het probleem

De zout, suiker en verzadigd vetgehaltes in supermarktproducten zijn nog steeds te hoog. Hier is in 2018 een preventieakkoord voor opgezet. Dit is een overeenkomst tussen de overheid en de producenten die ervoor zou moeten zorgen dat deze gehaltes dalen. Helaas betekent dit ook dat de producenten dus nog niet wettelijk verplicht zijn om dit te hanteren.

Hierom willen wij via een wetsvoorstel wettelijk verplichten om deze gehaltes effectief omlaag te krijgen. Hiervoor is uiteraard het merendeel van de stemmen vereist. Na nader onderzoek blijkt dat het grootste deel van de tweede kamer al voor dit beleid is. De VVD is helaas nog twijfelachtig en blijft hopen op het effect van het huidige akkoord. Ons doel is dan ook om de VVD ervan te overtuigen de doorslaggevende stem te geven en deze wetgeving door te voeren.

De doelgroep

De VVD vindt dat er geen nieuw beleid moet komen om producten in de supermarkt gezonder te maken. De rest van het kabinet en een groot deel van de andere partijen wil dit wel.

De doelgroep van deze campagne zijn alle Tweede Kamerleden met de VVD als belangrijkste partij. Met de campagne willen wij de leden van de kamer druk laten zetten op de VDD om in te stemmen op het nieuwe beleid.

Als secundaire doelgroep heb ik gekozen voor vrijwel iedereen die betrekking heeft tot het kopen en consumeren van supermarktproducten. Vrijwel geheel Nederland dus. Ik wil deze doelgroep inzetten als motivator voor de VVD. Zij laten aan de VVD zien dat het draagvlak hoog is.

Het concept

Het concept van de campagne is het Ministerie van Pernicieuze Voedingswaren. Dit is een fictief ministerie dat zich bezig houdt met ongezonde voedingswaren. Met de campagne willen ze de aandacht trekken bij politici om de vvd er van te overtuigen dat het preventieakkoort niet genoeg is.

De slogan van de campagne is: “lekkerder kunnen wij het niet maken, wel gezonder.” Dit is gebaseerd op de slogan van de belastingdienst. “Leuker kunnen wij het niet maken, wel makkelijker.”

Grens van plagiaat

Ik heb contact gehad met senior adviseur visuele communicatie van Rijksoverheid. Zij vertelde dat het belangrijk is dat een “argeloze burger” niet denkt dat de uitingen van Rijksoverheid zijn. Ze adviseerde om af te stappen van het blauw. Als een uiting wel teveel lijkt om een uiting van Rijksoverheid zullen zij vragen het aan te passen. Ze verteld dat er niet direct juridische gevolgen achter zitten, als het maar wordt aangepast.

Ik adviseer de klant om weg te blijven bij blauw omdat ze specifiek heeft aangegeven dat dit over de grens is. Ook heb ik aan nietswetende mensen op straat gevraagd of ze dachten dat het van Rijksoverheid kwam. En bij groen hadden ze alleen de associatie en met blauw dachten een aantal mensen dat het van Rijksoverheid kwam.